colosseum

Mensen genoten van de gevechten die in het Colosseum plaatsvonden. Gladiatoren (vaak slaven), werden opgeleid in een gladiatorschool en vochten tegen elkaar. Maar niet alleen mensen vochten er, ook dieren. Gladiatoren tegen dieren, dieren tegen dieren. Het volk had vrij entree. Behalve zitplaatsen, had het Colosseum ook staanplaatsen. Ongeveer 70.000 mensen konden in het Colosseum om naar de spektakels te kijken die zich in de arena afspeelde. Het publiek hoefde niet in de volle zon te staan of zitten, daar zorgde een groot textiel doek voor. Dit doek was bevestigd aan 240 palen van de bovenste ring van het Amfitheater. Een groep zeelieden bediende dit zonnescherm.
Wilde beesten kwamen met liftkooien omhoog. Als de dieren aan het vechten waren, mochten deze niet ontsnappen. Stel je voor een olifant of leeuw die door Rome heen rende en daar ravage achterliet. Om dit te voorkomen stonden er bewakers bij de openingen bij het podium. Daarnaast was er een hoog ijzer hekwerk rond de arena.
Zodra de beesten met de lift een verdieping hoger waren, konden zij via een loopbrug naar een luik. Als zij door het luik liepen waren ze op Arena en kon de voorstelling beginnen. Gladiatoren konden via een onderdoorgang naar de arena van het Colosseum. Deze gang liep van de kazerne waar ze verbleven naar de arena.
De gevechten gingen vaak net zo lang door tot de verliezer overleed. Toch kon het gebeuren dat de verliezer in leven bleef. In dat geval bepaalde de keizer over zijn lot. Duim omhoog hij mocht blijven leven. Duim omlaag betekende zijn dood. Soms keek hij naar het publiek en liet hij hun bepalen wat zijn duim mocht doen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb